Cler. Luik, A. 1506 (1506-1531) Den Bosch Heer Evert van Broegel stelde op 6 september 1506 in Den Bosch het testament op van Aleyt, dochter van Lambert van Brogel en echtgenote van Willem Haertsen alias Pels. De testatrice liet haar man onder meer geld na voor een bedevaart naar Jeruzalem die zou worden ondernomen door Lodewijch Beys (zie nr.38) en legateerde al haar sierraden en lijfgoederen aan haar dochter Dircxken, onder voorwaarde dat ze bij zou dragen aan de reparatie van "Sunter Viven altaer" in Breugel. Verder blijkt uit het testament dat de testatrice huizen bezat in Son en Breugel zodat ze mede gezien haar naam vermoedelijk van deze laatste plaats afkomstig was. Misschien geldt dat ook voor de notaris die vermoedelijk aan haar verwant was. Aangezien het testament alleen is overgeleverd in de vorm van een Bosch’ schepenvidimus daterend van 9 januari 1512 zal heer Evert niet lang in Den Bosch zijn gebleven. Verder blijkt uit dit vidimus dat hij - althans in 1512 - priester was. Hij wordt namelijk vermeld als dominus Everardus de Broghel, presbiter, clericus Leodiensis diocesis. Vermoedelijk verhuisde hij naar Brussel waar in 1531/32 een heer Evert Joerdenszoon van Brogel fungeerde als zaakwaarnemer van de Bossche O.L.V.-broederschap. 1) |
Noten | |
1. | Bijlage II 67.1 (in het vidimus staat "Lodewijch Boys"); Van Dijck, De Bossche optimaten, 413; Vgl.: GAH, RA 1226, fo.461v (14 febr.1456), RA 1238, fo.158v (13 april 1469), RA 1241, fo.346v (30 april 1472). |